Kaptoom

Waarom kan het nuttig zijn om met een kaptoom te longeren?

• Het paard leert zichzelf te dragen en in balans te lopen
• Bevordert stelling en buiging
• Verbetert het ruggebruik
• Activeert de achterhand
• De kaptoom biedt veel mogelijkheden bij grondwerken
• Het inrijden van jonge paarden

In tegenstelling tot longeren met bit of een stalhalster ligt de druk van de longeerlijn bij een kaptoom midden op de neus en kan het paard buigen. De kaptoom werkt rechtstreeks in op de nek en niet alleen op de buitenkant van het hoofd van het paard. Bijgevolg kan je met een kaptoom van de neus via de rug tot aan de staart inwerken en lengtebuiging krijgen. Omdat het paard niet begrensd wordt door een hulpteugel en dus ook niet in een bepaalde houding wordt gedwongen, moet het zijn eigen balans zien te vinden. Hierdoor leert het paard zichzelf te dragen en in balans te lopen. Door het paard met een kaptoom te longeren, wordt het dus leniger en sterker. Daarnaast kan de kaptoom voor afwisseling in het grondwerk zorgen, omdat je er ook oefeningen zoals schouderbinnenwaarts en schoolhalt mee kan doen.

Welke kaptoom is geschikt voor longeren?

Onze kaptoom modellen zijn op verschillende manieren gewatteerd of ongewatteerd en hebben al dan niet flexibele neusstukken. Hierbij onderscheiden we de volgende soorten:

• Duitse kaptoom
• Weense kaptoom
• Leren kaptoom
• Caveçon
• Serreta

Hoewel alle kaptoom modellen drie ringetjes op het neusstuk hebben, zijn niet alle ringen geschikt voor het longeren. De zware Duitse kaptoom en de wat lichtere Weense kaptoom zijn allebei heel geschikt voor het longeren. Wanneer ze goed zijn afgesteld, blijven ze stabiel om het hoofd zittten. Beide kaptomen zijn gewatteerd, maar de Duitse heeft een driedelig neusijzer en de Weense heeft een tweedelig neusijzer.
De leren kaptoom en de caveçon zijn vanwege het flexibele neusstuk alleen zeer beperkt geschikt voor het longeren, omdat ze al bij lichte druk verschuiven. Deze zijn eerder bedoeld voor het werken aan de hand en het rijden met miniscule hulpen.
Een serreta is een Spaanse kaptoom, waarvan het neusijzer uit een stuk bestaat en alleen met leer is bekleed. Er is verder geen wattering. De drukpunten zijn dan ook zeer hoog, waardoor je alleen paarden met veel longeerervaring met de serreta kan longeren.
Bij Kramer Paardensport kan je kaptoommodellen kopen voor werken aan de hand, grondwerken en longeren. Zachte leren kaptomen met een brede of dunne neusriem zijn bijzonder prettig en kunnen zowel bij het werken aan de hand als voor het rijden worden gebruikt. Onze kaptomen van CLARIDGE HOUSE hebben drie- of vierdelige neusijzers en kunnen op verschillende plaatsen worden versteld. Hierdoor kunnen ze op verschillende maten worden gemaakt: van cob tot warmbloed.

Hoe moet de kaptoom zitten?

Alleen een optimale pasvorm kan de talrijke positieve effecten van een kaptoom naar boven halen. Omdat een kaptoom over het algemeen relatief strak wordt afgesteld, moet hij goed passen. Er mogen geen zenuwen in het gezicht van het paard worden afgekneld. Bedenk het volgende: Hoe strakker je de kaptoom vastmaakt, hoe scherper hij inwerkt. Hij mag echter maar zo strak zitten dat het paard zijn mond nog open kan doen. Idealiter passen er twee vingers tussen de neus en de neusriem.
Let op de volgende regels bij het verstellen van de kaptoom:

• De neusriem ligt twee vingers breed onder het jukbeen.
• De neusriem ligt vier vingers breed boven de neusgaten.
• Het neusijzer volgt de vorm van de neus van het paard; staat niet af en drukt niet.
• Tussen het kopstuk en de oren past één vinger.
• De kaakriem ligt onder de ogen en zo recht omlaag.
• Het bakstuk ligt plat tegen het hoofd van het paard en loopt langs het jukbeen.
• Indien aanwezig: De frontriem zit los, maar voorkomt dat het kopstuk naar achteren schuift.

Idealiter kan je kaptoom aan de vorm en lengte van het hoofd van je paard worden aangepast, maar let erop dat alle riemen in lengte verstelbaar zijn.

Waar moet je op letten bij een kaptoom?

• De juiste pasvorm
• Materiaal en makelij
• Afwerking
• Bevestigings- en verstelmogelijkheden

Wanneer je een kaptoom koopt, moet hij je paard niet alleen qua maat goed passen. Hoe een kaptoom goed zit, kan je hierboven lezen. Om de kaptoom goed aan te laten sluiten aan het hoofd van je paard, moet je elke riem van de kaptoom kunnen verstellen.
Afhankelijk van de trainingsdoelen die je met de kaptoom wilt bereiken, zijn ook het materiaal en de makelij van de kaptoom beslissende factoren. Wanneer je de kaptoom voornamelijk voor het longeren wilt gebruiken, kies je het beste voor een Duitse kaptoom met breed neusstuk met driedelig neusijzer. Wanneer je paard soepel en los op de volte loopt, zichzelf goed draagt en niet naar buiten trekt en je alleen longeert om het paard wat lichte oefeningen te laten doen, dan kan een leren kaptoom zonder neusijzer of een caveçon met fijne ketting ook een goede keuze zijn. Deze zijn geschikter voor het werken aan de hand en het aanleren van hogeschooloefeningen zoals de schoolhalt en de schoolsprong dan een zwaardere Duitse kaptoom.
Bedenk je vóór de aanschaf waarvoor je de kaptoom wilt gebruiken en wat het trainingsniveau van je paard is. Bij de aanschaf van een kaptoom moet je namelijk rekening houden met zowel je doelen als met wat je paard aan kan. Ten slotte moet je er nog op letten dat de kaptoom van hoogwaardig materiaal is gemaakt en netjes is afgewerkt. Bij Kramer Paardensport kan je verschillende kaptoommodellen kopen van echt leer van het merk CLARIDGE HOUSE. Voor licht werk en de overgang naar de juiste kaptoom of bitloos rijden kan je een licht nylon longeerhalster van SHOWMASTER met zacht pvc-schuim gebruiken.

Hoe doe je de kaptoom goed om?

• Schuif hem zoals bij een standaard trenshoofdstel over de oren.
• Pas de vorm van de neusriem aan aan de vorm van de neus van het paard.
• Controleer de plaats van de neusriem.
• Controleer de plaats van de kaakriem. Bij verschuifbare riemen moeten de riemen onder de ogen liggen.
• Maak de kaakriem vast.
• Maak de neusriem zodanig vast dat de kaptoom tijdens het werk niet verschuift, maar het paard zijn mond nog wel open kan doen.