Advies en informatie over gelatenheids-training
De uitdagingen die zich bij de omgang met paarden voordoen, vloeien vaak voort uit het feit dat paarden een instinctief en zeer uitgesproken vluchtgedrag vertonen. Zij nemen hun omgeving anders waar dan mensen en reageren om die reden vaak gevoeliger op het onbekende.
Het is dan ook niet ongewoon dat paarden, wanneer zij geconfronteerd worden met een onbekend geluid of voorwerp, binnen enkele seconden reageren door weg te deinzen, te vluchten of zelfs te bokken. Een paard bezit de fysieke voorwaarden die nodig zijn om van het ene op het andere moment te vluchten:
- lange benen voor maximale paslengte en hoge snelheden
- grote neusgaten en longen voor een betere zuurstoftoevoer
- „vecht-of-vluchtreactie“: adrenalinestoot bereidt het cardiovasculaire systeem voor op de komende stress
Voordat paarden voor gevaar vluchten, moeten zij het op tijd kunnen herkennen. Met hun goed ontwikkelde zintuigen, hebben ze een perfect „vroegtijdig waarschuwingssysteem“. Hier volgt een kort uitstapje in de wereld van de zintuiglijke waarneming. Dit maakt het schrikachtige gedrag van de paarden begrijpelijker:
De ogen
De ogen bevinden zich aan de zijkant van het hoofd, dit betekent dat paarden bijna rondom zicht hebben, zelfs wanneer zij hun hoofd naar beneden buigen om te grazen. Het nadeel is echter dat het ruimtelijk zicht sterk beperkt is omdat het waarnemingsgebied van beide ogen tegelijk zeer klein is. Deze onzekerheid in de optische waarneming komt ook tot uiting in het gedrag van de paarden – zij reageren vaak angstig, zelfs wanneer zij onbekende omtrekken herkennen. Ze kiezen uiteraard voor hun eigen veiligheid en nemen de vlucht nog voor ze de gelegenheid hebben het object van dichtbij te bekijken.
Hoewel ruimtelijk zicht en kleurwaarneming bij paarden beperkt zijn, hebben zij ’s nachts een aanzienlijk voordeel ten opzichte van ons mensen – in schemering en duisternis redden zij zich beter dan mensen dankzij het zogenaamde tapetum lucidum.
De oren
De oren van paarden zijn zeer gevoelig – zij nemen een nog hoger frequentiebereik waar dan mensen. Zelfs stille geluiden die wij helemaal niet waarnemen, worden door paarden gehoord. Bijvoorbeeld, tijdens een rit in het bos kan een paard het ritselen van bladeren in de wind als een bedreiging ervaren. Om de geluiden te lokaliseren, kunnen zij hun oren onafhankelijk in bijna elke richting draaien. Deze beweging van de oren bij paarden is een continue ’spel‘ – ze zijn bijna altijd in beweging om alert te blijven.
De neusgaten
De neusgaten zijn ook een belangrijk deel van het opspeuren van potentieel gevaar. Paarden hebben een scherp reukvermogen. Zij kunnen zelfs waterpoelen op kilometers afstand „ruiken“ en gebruiken hun neusgaten om niet alleen hun voedsel, maar ook hun soortgenoten uit te kiezen. Door hun uitstekende reukzintuig compenseren zij de beperkingen die het monoculaire zien (= één beeld per oog) met zich meebrengt.
Middels een behoedzame beheersings-/ gelatenheids-training kunnen paarden wennen aan zintuiglijke prikkels die aanvankelijk het vluchtinstinct opwekken. Hiervoor bestaan verschillende benaderingen en methoden. Het paard moet altijd de gelegenheid krijgen om de nieuwe zintuiglijke stimulus rustig zelf te verkennen.
Grondbeginselen van gelatenheids-training
Voordat u begint met training, is het raadzaam om uzelf een doel te stellen. Wat wil ik met de training bereiken? Voor welke voorwerpen of zintuiglijke prikkels is mijn paard bijzonder angstig?
Als een paard herhaaldelijk met angst reageert in een bepaalde situatie, bijvoorbeeld steeds bij hetzelfde bosje tijdens een rit, dient u eerst te werken aan de specifieke situatie. Met name als het paard extreme paniekreacties vertoont en daardoor een groot veiligheidsrisico vormt voor zowel paard als mens, is het raadzaam een professionele trainer te raadplegen.
Een gelatenheids-training op de manege met verschillende „angstaanjagende voorwerpen“ is een goede aanpak om de nieuwsgierigheid van het paard te stimuleren en te motiveren om met onbekende prikkels om te gaan. Het kan ook in het gebruikelijke trainingsschema worden opgenomen als een onderdeel van grondwerk als een creatieve afwisseling. In principe is het werken in een gelatenheidstraining parcours geschikt voor elk paard. Voor paarden met trauma’s dient de training bijzonder voorzichtig te worden uitgevoerd. Het is raadzaam eerst aan de ‚triggers‘ te werken – in moeilijke gevallen ook met een trainer – alvorens een reguliere gelaatenheidtraining door te voeren.
Een basisvoorwaarde voor een geslaagde en rusitige training is een vertrouwsband tussen persoon en paard en dat de rangorde duidelijk is, d.w.z. de ruiter (persoon) beweegt het paard. De ruiter biedt het paard de nodige veiligheid en oriëntatie in moeilijke momenten. Als men regelmatig samen oefent tijdens de training, wordt deze relatie op lange termijn versterkt.
De duur van de training dient te worden aangepast aan de nerveusiteit van het paard. In het begin is één „hindernis“ voldoende, die samen wordt verkend en uitgewerkt. Als het eerste object eenmaal onder de knie is, kan de volgende keer een ander element worden toegevoegd.
Tips om om te gaan met hindernissen:
- Blijf zelf kalm en gelaten.
- Loop met uw paard om het voorwerp heen, laat hem het van alle kanten van een afstand bekijken.
- Loop samen met uw paard naar de „hindernis“.
- Let op de reacties van uw paard, neem pauzes indien nodig.
- Besteed ruime aandacht aan het object. Het paard erkent zodoende dat u zich ook bewust bent van het potentiële „gevaar“ en deze niet negeert. Dit zal hem een blijvend gevoel van veiligheid geven.
- Laat hem het object in alle rust onderzoeken. Accepteer ook als hij onzeker reageert, bijvoorbeeld door weg te lopen.
- Raak het voorwerp aan en stel hem gerust dat hij niet bang hoeft te zijn.
- Loven op de juiste momenten, bijv. wanneer hij het voorwerp heeft aangeraakt.
Of het bij aanprijzen en loven houdt of ook nog een paardensnoepje als beloning geeft, is aan u. Andere benaderingen, zoals clickertraining, is ook een optie. Het is belangrijk niets te forceren en het paard het nodige vertrouwen en de nodige rust te geven om succes op lange termijn te boeken.
Accessoires – wat heb ik nodig voor een gelatenheids-training?
Voor de training aan de longe kunt u een traditioneel halster met touw gebruiken, maar speciale trainingshalsters voor grondwerk en grondwerktouwen maken meestal een betere verbinding met het paard mogelijk. Let ook op uw eigen veiligheid middels het dragen van stevige schoenen en rijhandschoenen dragen. Mocht het paard angstig reageren en aan het touw trekken, dan zullen er op deze manier geen onaangename brandwonden ontstaan.
Er zijn geen grenzen aan uw creativiteit als het gaat om het creëren van een gevarieerde gelatenheids-training. U dient er alleen op toe te zien dat de „obstakels“ geen veiligheids- of verwondingsrisico vormen, bijvoorbeeld doordat ze vast komen te zitten of door uitstekende elementen, enz.
Denkbare objecten zijn:
- Lamellen gordijn
- Ballen gordijn
- Zeildoek
- Ballonnen
- Paraplu
- Vlaggen
- Rammelaars
- Ballen
- Schuimnoodles
- Ruimtelijke obstakels (hekken, paardentrailers, watergeulen)
- Rammelzakken (gevuld met plastic flessen of lege blikken)
- Pylonen
- Wippen
- Platformen
- en nog veel meer