FAQ over hoofdstellen en accessoires

1. Hoe meet je een hoofdstel?

2. Welke maat hoofdstel heeft mijn paard?

3. Welke hoofdstel voor pony?

4. Hoe past het bit goed in de hoofdstel?

5. Welke hoofdstel is het beste voor springen?

6. Hoeveel kost een goede hoofdstel?

7. waarom kan een anatomische hoofdstel nuttig zijn?

8. Welke hoofdstel past bij mijn jonge paard?

9. Kan ik meedoen aan wedstrijden met een bitloos hoofdstel?

10. Hoe kan ik controleren of de neusriem goed vastgegespt zit?

11. Hoe kan ik voorkomen dat mijn paard over de sprong in de martingaal blijft?

1. Hoe meet je een hoofdstel?

De grootte van de hoofdstel of neusriem wordt bepaald door de grootte van het hoofd van het paard. De beste manier om dit te doen is met een meetlint, maar je kunt ook een lint of een touwtje om het hoofd doen en dan de lengte meten.

• De volgende metingen zijn belangrijk:
• Neusomtrek/neusriem: meet 2 tot 3 vingers onder het jukbeen, met één vinger onder het meetlint.
• Lengte van kop/bakstuk: gemeten van mondspleet tot mondspleet, met het meetlint over de nek.
• Frontriem: Van bakstuk tot bakstuk, inclusief de lussen.
• Wangvrijheid/keelslot: Het meetlint wordt net onder de aanzet van de oren geplaatst.

De resultaten moeten naar boven worden afgerond op hele centimeters.

2. Welke maat hoofdstel heeft mijn paard?

Veel fabrikanten geven geen gedetailleerde tabel met maten voor hun trenshoofdstellen, maar verdelen de maten in Shetland, Pony, Cob/Klein Paard, Warmbloed, Koudbloed. De volgende tabel kan als leidraad dienen:

3. Welke hoofdstel voor pony?

Het fokken is veranderd en daarmee ook de verhoudingen van paarden. Paarden worden over het algemeen breder aan het voorhoofd en het hoofd wordt groter. Daarom kan het gebeuren dat de gewone ponymaten een pony niet meer passen. Afgezien van meten, is de enige manier om het juiste model te vinden, het uitproberen. Soms past een hoofdstel voor warmbloedpaarden op een pony. Voor het overige verschilt het passen van de hoofdstel niet van dat van een warmbloed. Richtwaarden voor het meten van de hoofdstel zijn te vinden onder punt 2.

4. Hoe past het bit goed in de hoofdstel?

Het bit is vastgegespt in de wangriemen. Bij het inrijden van het bit, moet je opmerken of de wangriemen te kort of te lang zijn. Het bit past goed wanneer er een kleine plooi in de mondhoek zit. Als de plooi er niet is en het paard het mondstuk bijna kan uitspugen of het de hoektanden raakt, moeten de wangriemen korter worden vastgegespt. De wangriemen moeten langer worden vastgegespt als het paard in een permanente grijns gaat.

Bij de fijnafstelling worden de teugels licht van de grond genomen, zodat ze omhoog steken. Als het bakstuk uitsteekt of doorhangt, zit het bit nog te los. Als het bit niet van de plaats beweegt, is de lengte correct en zit het bit goed in de trens.

5. Welke hoofdstel is het beste voor springen?

In de springsport, net als in de eventing, heeft het paard veel ademruimte nodig. Vooral bij eventingpaarden zijn opgeblazen neusgaten een typisch beeld. Om de luchtwegen volledig vrij te houden, is een Mexicaanse hoofdstel met twee gekruiste neusriemen ideaal. Deze bieden absolute vrijheid van ademhaling en geven ook meer vrijheid in de keuze van het bit door de knik. Mexicaanse neusriemen zijn ook zachter, wat voordelig kan zijn als je snel door het parcours of over de cross-country rijdt.

6. Hoeveel kost een goede hoofdstel?

Voor iedereen die wil paardrijden, behoren hoofdstellen en teugels tot de basisuitrusting, net als halsters en touwen. Bij het rondkijken merk je echter al snel dat de prijsklasse minstens even breed is als de verscheidenheid aan opties.

In het lagere prijssegment beginnen goede hoofdstellen rond de 50,00 €. Anatomische hoofdstellen, hoofdstellen met uitgewerkte details of hoofdstellen van hoogwaardige leer kunnen in prijs boven de 100 € komen.

Natuurlijk mogen de teugels niet ontbreken, die, afhankelijk van het materiaal, al bij 20 € kunnen beginnen.

7. Waarom kan een anatomische hoofdstel nuttig zijn?

Anatomische hoofdstellen houden rekening met de anatomie van het paardenhoofd en omzeilen, door hun speciale constructie, de gezichtszenuwen die zich direct onder de dunne huid bevinden. Dit maakt het hoofdstel comfortabeler voor het paard en voorkomt schade aan de gezichtszenuwen of schuren op de botten zoveel mogelijk. Veel anatomische hoofdstellen hebben een gebogen kopstuk, zodat de oorwortels worden weggelaten. Het kopstuk is ook breder. Er moet echter voor worden gezorgd dat het niet te breed is. Paarden met een sierlijk hoofd, bijvoorbeeld Arabieren, hebben niet veel ruimte achter de oren voor een breed kopstuk, omdat dit anders op de atlaswervels kan drukken en blokkades kan veroorzaken.

Bovendien is het bakstuk van sommige anatomische hoofdstellen zodanig teruggesneden of gebogen dat het jukbeen, de belangrijkste gezichtszenuw en de ogen worden weggelaten.

Door de optimale aanpassing aan het paardenhoofd kan een beter contact en lossigheid bij het paard worden waargenomen, wat ook een positief effect heeft op de berijdbaarheid.

8. Welke hoofdstel past bij mijn jonge paard?

De stap van halster naar hoofdstel is een grote voor het jonge paard. Zoals bij alle stappen in de opleiding van jonge paarden, moet nauwgezette aandacht worden besteed aan alle details van het eerste hoofdstel. Zelfs kleine fouten in de aanpak of een halster dat niet voor honderd procent past, kunnen in het geheugen van het paard blijven hangen en moeilijk uit te wissen zijn.

Het hoofdstel moet de juiste pasvorm hebben. Hoe je een hoofdstel correct opmeet, lees je onder punt 1.

De eerste stap is om aan het bit te wennen. Te veel riemen zou dus in het begin storend zijn, omdat de verdeling van de druk nog niet belangrijk is. Tijdens de gewenning aan het mondstuk mag er niet aan de teugels worden getrokken. Een Zweedse of Engelse neusriem is een goede keuze als eerste hoofdstel voor een jong paard. Om het paard niet te overbelasten door te veel riemen en gespen, kan de neusriem tijdens de gewenningsfase voorlopig ook worden weggelaten. Later, wanneer de teugels in het bit zijn vastgegespt, moet de neusriem weer worden vastgemaakt voor een betere drukverdeling.

Een denkbaar alternatief voor het hoofdstel is een kaptoom met de mogelijkheid er een bit aan te bevestigen. Op deze manier kunnen de teugels aan de kaptoomringen worden bevestigd en gebruikt worden om de richting aan te geven, terwijl het paard kan wennen aan het dragen van een bit.

9. Kan ik meedoen aan wedstrijden met een bitloos hoofdstel?

Vele eersteklas ruiters hebben reeds bewezen dat paarden ook zonder trensbit moeilijke lessen met glans kunnen volgen. Helaas is het in de dressuursport niet toegestaan om het paard zonder bit voor te brengen in de competitie.

In Nederland is het echter al toegestaan om zonder mondstuk in de arena te rijden in de beginnersklassen.

In de springsport is het beeld weer anders. Hier is het toegestaan om zonder bit van het medium (M**) niveau naar boven te springen. Hackamores worden hier vaak gebruikt.

10. Hoe kan ik controleren of de neusriem goed vastgegespt zit?

De twee-vinger regel is een van de belangrijkste regel bij het opmeten van een halster. Het paard moet kunnen kauwen, ademen, slikken en gapen tijdens het rijden. Deze bewegingen van de kaak mogen niet worden gehinderd door een neusriem die te strak is vastgegespt.

Tegelijkertijd is de twee-vinger-regel erg vaag omdat vingers verschillende afmetingen en diktes kunnen hebben; vingers van volwassenen zijn groter dan die van kinderen. De vingertoppen zijn ook dunner dan het tweede vingerkootje. Daarom zijn er andere manieren om te controleren of de neusriem niet te strak is vastgegespt (hetzelfde geldt voor de sperriem):

• Lees de gezichtsuitdrukking van het paard: Verzet het paard zich tegen het aantrekken van de neusriem? Neigen de oren naar achteren en is de blik van het paard naar binnen gekeerd? Als het paard een ontspannen uitdrukking toont en tevredenheid uitstraalt, is de neusriem niet te strak.
• Worteltest: Werkt ook met een traktatie. Kan het paard de wortel met gesloten neusriem (met de snijtanden) afbijten en kauwen zonder zijn hoofd te werpen? Zo ja, is de neusriem correct aangebracht?

11. Hoe kan ik voorkomen dat mijn paard over de sprong in de martingaal blijft?

Bij het springen kan het paard, wanneer het zijn voorbenen buigt en tegen zijn buik trekt, met zijn hoeven of ijzers vast komen te zitten in het voortuig. De beste manier om de afstand tussen de buik van het paard en de riem te dichten is het gebruik van een beschermer. Dit wordt over de riem getrokken en dient ook om schuren te voorkomen.