Pony’s en kleine paarden – alles wat je hierover moet weten

Ze zijn weliswaar klein, maar hebben heel veel karakter: pony’s. Naast de Shetlander en de Duitse rijpony, behoren Haflingers en IJslanders tot de meest populaire ponyrassen. Natuurlijk verschillen de fokdoelen van de afzonderlijke ponyrassen, zoals dat ook bij warmbloedpaarden het geval is. Een gemakkelijk karakter staat bij de ponyfok echter vaak centraal. Pony’s verschillen echter niet alleen qua afmeting en karakter van hun grote tegenhangers. Ook wat de verzorging en het voer betreft verschillen pony’s van andere paardenrassen.

Pony springt over een hindernis

Pony of paard – wat zijn de verschillen?

Pony’s lijken gewoon op een kleine versie van een paard. Toch verschillen pony’s niet alleen qua exterieur van grote paarden. Van hun afkomst kan al worden afgeleid dat ze ook wat voer, verzorging en beweging betreft verschillen van warmbloedige paarden.

De grootte van pony’s

Paarden kunnen wat betreft hun grootte in principe worden onderverdeeld in pony’s of kleine paarden en grote paarden. Een paard met een schofthoogte van minder dan 1,48 m behoort tot de pony’s. Pony’s kunnen op hun beurt ook weer in verschillende categorieën worden onderverdeeld: Tot de ponycategoriën behoren:

  • tot 1,17 m: categorie A
  • tot 1,27 m: categorie B
  • 1,28-1,37 m: categorie C
  • 1,38-1,47 m: categorie D
  • 1,48-156 m: categorie E

De omschrijving „klein paard“ of minipaard komt vaak in het jargon van mensen uit de paardenwereld voor. Hierbij staat echter niet duidelijk vast wat klein paard precies is. Doorgaans vallen kleine paarden in de groep paarden met een stokmaat tussen 1,30 en 1,47 m.

Shetlandpony

Er zijn echter ook ponyrassen die qua stokmaat bij de pony’s worden geteld, maar door hun uiterlijk dat op een groot paard lijkt toch als „paard“ worden aangeduid. Dat is bijvoorbeeld het geval bij IJslanders of de American Miniature Horse. Voor IJslandse paarden geldt bovendien dat de IJslanders geen ander paardenras dan hun eigen kenden en daarom geen verschil hoefden aan te brengen tussen een pony en een paard.

Lichaamsbouw en exterieur van pony’s

Kind aait Shetlandpony

Het overgrote deel van de ponyrassen komt oorspronkelijk uit een schraal en koud klimaat, zoals Groot-Brittannië, Ierland, Noorwegen, IJsland of Polen. Hun herkomst heeft niet alleen invloed op het voer dat ze nodig hebben, maar ook op hun exterieur.

Pony’s zijn doorgaans stevig gebouwd, hebben sterke gewrichten en robuuste hoeven. Dat maakt deze kleine, robuuste dieren tot goede lastdieren. Shetlandpony’s gelden als een van de sterkste paardenrassen ter wereld en ze kunnen dan ook tot wel 30 % van hun eigen lichaamsgewicht dragen.

In hun thuisregio’s zijn ze gewend aan koud weer en dus ontwikkelen pony’s in de winter een lange, dichte vacht. Zelfs de oorschelpen worden dan door lange haren beschermd.

Sportpony’s, zoals de Duitse rijpony, daarentegen beschikken over een lichtere lichaamsbouw, hebben een sportieve, elegante uitstraling en zijn ook geschikt voor spring-, eventing- en dressuurproeven. Naast hun grootte zijn de voor pony’s typische bolle ogen en de smal toelopende kop het enige dat hun van een warmbloedpaard onderscheidt.

Karakter en aard van pony’s: kleine, grote persoonlijkheden

Vanwege hun stokmaat worden pony’s graag voor kinderen en kleine beginnende ruiters vanaf de eerste paardrijles ingezet. Desondanks blijft het cliché bestaan dat pony’s eigenzinnige, brutale stijfkoppen zijn. Dat klopt maar ten dele: pony’s zijn zeer intelligente dieren die mentaal uitgedaagd en aangemoedigd moeten worden. Als ze te weinig worden gestimuleerd, vertonen ze ongehoorzaam gedrag dat door de jonge, onervaren ruiter niet kan worden gecorrigeerd. Met een goede basisopleiding en een regelmatige bijsturing door ervaren mensen zijn het echter goedmoedige dieren voor kinderen, beginnende ruiters en sierlijke volwassenen.

Kind streichelt Shetlandpony

Over het algemeen zijn pony’s zachtaardig en geduldig, maar ook nieuwsgierig en leergierig en houden dan ook van afwisseling.

De veelzijdige toepassingsmogelijkheden van pony’s

Kind op schoolpony

Op grond van hun zachtaardige karakter en hun grote leergierigheid kunnen pony’s voor de meest uiteenlopende doelen worden ingezet.

  • Trainingspaard voor kinderen
  • Eerste, eigen paard voor jonge ruiters
  • Trekdieren voor rijtuigen met één of meer dieren
  • Circusoefeningen en vrijheidsdressuur
  • Paardenshows
  • Instap in de wedstrijdsport voor dressuur en springen, maar ook proeven aan de leidteugel en voor de mensport
  • Afhankelijk van het ras gangenwedstrijden

Leestip:

Pony’s worden op grond van hun grootte en hun karakter graag in rijscholen gebruikt. Voor alle ouders die hun kind willen laten rijden, hebben wij een leidraad voor ouders geschreven. Hier vind je uitgebreide informatie over de paardrij-uitrusting van het kind, hoe je de juiste rijschool vindt en hoe de eerste paardrijles verloopt.

De uitrusting van pony’s: zadel, sjabrak en trens afgestemd op ponyformaat

De bijzonderheid van ponyzadels

De korte rug van een pony vereist een kort, maar breed contactvlak van het ponyzadel. Want door de beperkte ruimte tussen schouderblad en de laatste ribbenboog zouden bij smalle zadelkussens hoge drukpieken ontstaan.

Ponyzadels worden doorgaans met een zitvlak van 15 tot 16 inch verkocht, waarbij het daadwerkelijke contactvlak groter of kleiner kan uitvallen. Doorslaggevend is de vorm van het zadelkussen. Hoe dat zit, lees je in onze leidraad voor zadels in het gedeelte over zadelkussens.

Om pony’s met brede schouders voldoende bewegingsvrijheid te bieden, moet de hoek van het kopijzer zeer vlak uitvallen. De boomtakken mogen zich niet in de trapeziusspier boren.

Maar hier zit alweer het volgende probleem: veel pony’s hebben een zeer platte schoft, in sommige gevallen gaat de schoft naadloos in de rug over. Dan worden ponyruiters tijdens het aanpassen van een zadel met het probleem geconfronteerd dat het zadel bij de schouders helemaal geen houvast heeft. Bij zeer lastige zadelposities wordt veelal een staartriem gebruikt om te voorkomen dat het zadel naar voren glijdt. Maar let op: direct onder de huid van de staartwortel zit het gevoelige ruggenmerg. Als de staartriem te strak wordt aangetrokken, leidt dit tot pijn, blokkades in de wervels en taktstoringen. De pony kan de rug aan ook niet meer opbollen, omdat de staartwortel als het ware naar boven wordt getrokken. Om deze permanente trek te voorkomen, moet een rechtop staande hand tussen riem en kroep passen. Idealiter wordt helemaal geen staartriem gebruikt, maar een correcte zadelaanpassing uitgevoerd. Een slipvaste zadelonderlegger kan voor extra houvast van het ponyzadel zorgen.

Zadels voor kinderen – ponyzadels voor de allerkleinsten

Voor de allerkleinste aankomende ruiters zonder vaste zit worden rijpads of boomloze ponyzadels met een extra hoge voor- en achterboom gebruikt. Het kind maakt zo beter contact met de pony en heeft meer houvast, zodat het niet naar voren of achteren kiept. Zo kunnen beginnende ruiters zonder al te veel ondersteuning paardrijden.

Zadels voor kinderen en rijpads zijn gemaakt van kunstleer of ander synthetisch materiaal en beschikken over kussens met klittenband, zodat ze perfect aan de uiteenlopende ponyruggen kunnen worden aangepast. Een stabiele greep of bokriem biedt het kind extra veiligheid.

Voor pony-westernzadels zijn stijgbeugelconstructies geschikt die aan de hoorn worden bevestigd. Hierdoor kunnen kinderen met korte benen ondanks te lange fenders hun boeten op de stijgbeugels plaatsen.

Kind in westernzadel met stijgbeugelconstructie

Korte pony-sjabrakken

Een collectie voor de pony mag bont en speels zijn. Vooral bij de sjabrakken voor pony’s mag voor veel kleur, glitter en applicaties worden gekozen. Toch blijven pasvorm en functionaliteit altijd belangrijker dan het design.

Pony met sjabrak en zadel

Net als het zadel moet ook de sjabrak op de korte ponyrug passen. Als de sjabrak te lang is, stoot deze tegen het heupbot of de flank. Pony-sjabrakken zijn in de maat Pony verkrijgbaar. De daadwerkelijke maat kan per fabrikant verschillen. Daarom moet je het contactvlak van het zadel opmeten en hier zes centimeter bijtellen. Zo bepaal je de ideale maat van de sjabrak.

Wat betreft het materiaal, de dikte, wattering en pasvorm van de sjabrak moet je op het volgende letten:

een sjabrak van polyester is ademend en goed geventileerd, met name als de onderkant van mesh-weefsel is gemaakt. Een polyester-vulling vormt een goede wattering en een lichte schokabsorptie. Katoen neemt veel vocht op en reguleert hierdoor de temperatuur. Veel pony-sjabrakken bestaan uit een materiaalmix van katoen en polyester en kunnen in de wasmachine.

Hoe dikker de sjabrak, des beter is ook de schokabsorptie, maar dan wordt tegelijkertijd het ademende vermogen minder. Ook het soort stiksel van de sjabrak heeft invloed op de dikte resp. de wattering. Hoe fijner het stikselpatroon (bijv. ruitjes), des te dunner valt de sjabrak uit. Pads met een eenvoudig, horizontaal stiksel daarentegen hebben een groot volume, waardoor ze meer vocht/zweet kunnen opnemen.

Begrijpelijkerwijs moet onder het zadel een passende sjabrak worden geplaatst. Een dressuursjabrak hoort niet onder een springzadel. Net als bij grote paarden wordt er bij sjabrakken voor pony’s qua pasvorm ook onderscheid gemaakt tussen dressuur (PD) en veelzijdigheid (PVS). Een anatomische pasvorm die de schoft vrijlaat, is eveneens aan te raden.

Ponytrensen & bitten voor pony’s

Qua constructie bestaan er geen verschillen tussen ponytrensen en trensen voor grote paarden. Trensen voor pony’s vallen gewoon kleiner uit. Een optimale pasvorm is echter van belang:

  • de bakriem loopt langs het jukbeen en glijdt niet in het oog.
  • De neusriem ligt twee vingers breed onder het jukbeen op het benige deel van de neus.
  • Er kunnen twee opgestoken vingers onder de neusriem worden geschoven.
  • Bij een dikke wintervacht of als de pony veel maanhaar heeft, moet je ervoor zorgen dat het nekstuk niet te strak uitvalt en tegen de oorwortel duwt.
  • Hetzelfde geldt voor de frontriem die niet zo strak mag zitten dat hij het nekstuk tegen de oren trekt.
Ponytrens

Leestip hoofdstellen

Andere essentiële regels voor de pasvorm van een hoofdstel vind je in onze leidraad voor hoofdstellen en dan met name in het gedeelte „Hoe zit een hoofdstel correct?“.

Ponytrens

Bij de ponytrensen kun je kiezen tussen een Engels gecombineerd, Hannoveraans of Zweeds halster.

Een trens moet natuurlijk ook zijn voorzien van teugels. Voor jonge ruiters die nog moeten leren hoe ze met teugels moeten omgaan, raden wij teugels van slipvast materiaal zoals silicone noppen of teugels met lederen houders aan. De lederen houders maken het makkelijker om beide teugels op dezelfde lengte vast te pakken. Nog makkelijker zijn teugels met bonte lederen houders. Die zijn vooral een nuttig hulpmiddel voor ruiters vanaf de eerste paardrijles.

De mond van een pony is smal en plat. Daarom moet het ponybit ook een smalle, dunne vorm hebben. Over het algemeen zijn bitten met een dikte tussen 10 tot 12 mm geschikt voor pony’s. Beginnende ruiters kunnen het beste uit de voeten met enkel– of dubbelgebroken trensen. Als de beginnende ruiter de begrenzende teugelhulpen nog niet beheerst, raden wij schenkeltrenzen aan. Deze bieden een extra zijdelingse begrenzing en geleiding.

Kandaren worden bij pony’s meestal alleen in de ponysport door ervaren ponyruiters voor dressuuroefeningen gebruikt.

Lees hiervoor ook onze leidraad over bitten voor paarden.